Siebelink Jan - Daniel in de vallei - 2854 P

Sale!
€ 3,50 € 2,00

Siebelink Jan - Daniel in de vallei - 2854 P

R Gebruikssporen op stofomslag, vouw in stofomslag op de rug

Gebonden

 

Daniël in de vallei is de allereerste roman die Jan Siebelink schreef. Toen hij hem destijds ter publicatie voorlegde kreeg hij het advies het boek in een la te leggen, omdat het nog niet voldragen zou zijn. Daar is het gebleven totdat het ontdekt werd door Mirjam Rotenstreich en Lisa Kuitert voor de Oerboekreeks. Arjan Peters noemt het in zijn bijdrage een fascinerende roman: `Onvoldragen maar wel voltooid. Hét gebeurt hier nog niet, maar het komt eraan. Dat voel je.
In Daniël in de vallei zijn alle obsessies en motieven uit het oeuvre van Jan Siebelink al expliciet aanwezig. De vader die met God spreekt, de school, de liefdes en ook het schrijven zelf. `Hij geloofde ook heilig dat de tijd dat hij eraan werkte God hem niets ernstigs zou laten overkomen. Daniël in de vallei is een ontroerend boek, een feest der herkenning voor iedere liefhebber en bewonderaar van het werk van Jan Siebelink.
Lees hier de toespraak die Geert Mak hield tijdens de presentatie van Daniël in de vallei.
Jan Siebelink is de afgelopen jaren gaan behoren tot de succesvolste schrijvers van Nederland. Met zijn roman Knielen op een bed violen veroverde hij een ongekend groot en breed publiek. Het boek werd onderscheiden met de AKO Literatuurprijs en in verscheidene talen vertaald. Zijn laatst verschenen boek is de novelle Oscar.
`Siebelink is een specialist in ambivalenties in tegenstrijdigheden die niet kunnen worden opgelost en al helemaal niet uitgelegd. Frankfurter Allgemeine Zeitung
Over De herfst zal schitterend zijn:
`Voortreffelijke roman. De Tijd
`Veelzijdig en indrukwekkend. Vrij Nederland
Over Het lichaam van Clara:
`Een klassieke roman van een tijdloze klasse. De Groene Amsterdammer
`Het lichaam van Clara is een mooi gecomponeerde roman over schuld en boete, pijn en genot, religie en waanzin. De Telegraaf
Over Knielen op een bed violen:
`Ontroerend en aangrijpend eerlijk. Het grijpt je bij de keel en laat je onthutst achter. Juryrapport AKO Literatuurprijs
`Ik heb nog nooit in het Nederlands een roman gelezen die zo zuiver en ook zo goed geschreven is. Vrij Nederland

Het nieuwste boek van Jan Siebelink, De buurjongen, verscheen in september 2017.

Jan Siebelink (1938) werd geboren te Velp, waar zijn vader een kleine bloemisterij dreef. Hij werd onderwijzer en studeerde in zijn vrije tijd Franse taal- en letterkunde. Tijdens zijn studie kwam hij in aanraking met het werk van de Franstalige schrijver J.-K. Huysmans. Diens roman A rebours maakte door zijn verblindende stijl, religieuze preoccupatie en verheerlijking van het kwaad een verpletterende indruk op Siebelink, die het vertaalde onder de titel Tegen de keer. Op de dag dat hij de vertaling inleverde, schreef hij in de huiskamer van zijn moeder, op de plaats waar zijn vader was overleden, zijn eerste verhaal: ‘Witte chrysanten’. Met vier andere verhalen vormde dit zijn debuut Nachtschade (1975). Het boek viel op omdat het door zijn zwartromantische motieven afstand nam van het realisme dat toen in de letteren heerste. Siebelink wilde een verbinding tot stand brengen tussen het Hollandse realisme en de Franse literatuur uit het 19e-eeuwse fin-de-siècle.

In zijn romans en verhalen gaat het altijd om gewone mensen, maar door intens licht op hen te laten vallen, komen ze los van de werkelijkheid en worden tot raadselachtige personages. Literatuur, volgens Siebelink , hoort mensen bijzonder te maken. In het oerverhaal ‘Witte chrysanten’ zitten alle motieven die hij later in zijn romans De herfst zal schitterend zijn (1980), En joeg de vossen door het staande koren (1982), De overkant van de rivier (1990) zou uitwerken. Geleidelijk aan werd duidelijk wat die steeds motieven waren: de kwekerij die steeds meer het beeld zou worden van het verloren paradijs, het duistere geloof van de vader dat, hoe exact en liefdevol beschreven, nooit begrepen zal worden, het middelbaar onderwijs, de sociale rangorde in een ogenschijnlijk genivelleerde samenleving en bovenal de jeugdjaren in het land van herkomst: Velp en omstreken.

In de loop der jaren behield hij van de decadente thematiek alleen de verfijnde waarneming en zijn gevoel voor een broeierige atmosfeer over. Het leven op school staat centraal in zijn eerste roman Een lust voor het oog (1977). De ontwikkeling van het schoolthema loopt parralel aan de ontwikkeling van de schrijver van gekwelde dandy tot een scherp waarnemer (in Laatste schooldag, 1994). Hoezeer hij zijn persoonlijk stempel kan drukken op zijn onderwerp, is te zien in Pijn is genot (1992), waarin wielrenners als Erik Breukink en Johan van der Velde als devote avonturiers worden neergezet.